2. Jeugd

Overige gegevens

Toekomst Sociaal Domein 2022
Zowel wat betreft reikwijdte van het Sociaal Domein als de financiële impact is er veel onduidelijkheid over maatregelen in 2022.
Het is onbekend of en hoe het Rijk , afhankelijk van het nieuwe Kabinet, de jeugdhulpplicht verder gaat afbakenen, wat mede gelet op de uitkomsten van de arbitragecommissie maatschappelijk en inhoudelijk gezien gewenst dan wel noodzakelijk is. Er komt een tegemoetkoming op de jeugdzorg. Onbekend is hoe dit advies concreet vertaald zal worden naar eventuele aanpassingen van de Jeugdwet en bijstellingen van het financiële kader.

Stijging kosten Jeugdhulpvoorzieningen :
Met name op de basis en specialistische GGZ , specialistische begeleiding, dagbesteding zien we een forse kostentoename als gevolg van de coronapandemie en een toename van klachten bij kinderen en jongeren die al langer zichtbaar zijn (prestatiedruk, individualisering, stress in de thuissituatie). Corona is een "trigger" tot een toenemend beroep op jeugdhulp, daar waar klachten bij jongeren normaliter langer doorlopen.  Aangezien we realistisch moeten begroten kiezen we vooralsnog voor een incidentele ophoging voor 2022 en vervolgens een aflopende ophoging voor 2022-2025 op basis van de regionale (ROB) prognose-gegevens.

Coronagerelateerde problemen binnen gezinnen met jeugd :
- We zien dat veel jongeren het moeilijker hebben als gevolg van Corona door o.a. psychische problemen, geen werk, geen studie, middelen gebruik en financiële problemen. Ook zien we een stijging in suïcidale uitingen en neigingen.
- Er is niet voldoende passend aanbod.
Lange wachttijden in de specialistische GGZ jeugd. De wachttijden in de ggz waren al lang, maar sinds corona zijn deze nog verder toegenomen. Ook de wachttijden voor reguliere en specialistische ambulante begeleiding zijn toegenomen. Hierdoor is meer depressiviteit. Jongeren met een licht verstandelijk beperking en psychiatrisch beeld zijn bijna niet te plaatsen. Het Sociaal Team is hierdoor langer in een casus betrokken met kortdurende hulpverlening ( als overbruggingszorg). Ook probeert het sociaal team de wachttijden op te lossen door zorgaanbieders te zoeken buiten het gecontracteerde aanbod middels PGB, veegcontract of betalingsovereenkomst (hierover vindt regionale afstemming plaats met het ROB, Overleg Passende hulp).
- Vaak is er complexe systeemproblematiek om de jongeren heen. Ouders kunnen niet de juiste sturing geven. Ouders hebben zelf problematiek wat maakt dat kinderen hierdoor ook in de problemen komen. We zien veel opvoedproblematiek bij ouders. Ouders wijzen naar het gedrag van hun kind en de nog niet gediagnosticeerde “stoornis” van hun kind. Dit maakt dat ze er vanuit gaan dat hun kind o.a. ADHD of autisme heeft.
- Ambulante begeleiding vindt vaak plaats op afstand ( digitaal). Hierdoor worden jongeren en hun netwerk niet in hun natuurlijke omgeving gezien. Zusjes, broertjes en ouders worden niet gezien en gesproken. Geen volledig beeld achter de voordeur. Mogelijke signalen zoals slechte voeding, vervuiling in huis, familieverhoudingen worden niet opgemerkt. Dit contact kan door een jongere ook bewust worden afgehouden middels digitaal contact.
- Vooral wanneer begeleiding is opgestart in coronatijd , is een vertrouwensband opbouwen moeilijk en is het werken aan doelen lastiger. Bepaalde problemen worden niet gesignaleerd. Bijvoorbeeld de administratie en brieven worden ( gedeeltelijk) niet gezien, hierdoor worden afspraken gemist en/of rekeningen. Hierdoor wordt een behandeling later opgestart en lopen schulden weer op. Daardoor worden de trajecten langer, ook omdat de successen of doelen veel langzamer worden behaald waardoor cliënten afhaken. Er moet veel meer geïnvesteerd worden in de relatie en het motiveren van de cliënt.
- We zien een toename van irritaties in thuissituatie.  Zoals hierboven ook al genoemd, zien we dat ouders en kinderen nog steeds ontregeld zijn doordat men veel meer thuis is en thuis werkt. O.a. door andere ritmes, thuisirritaties en leerproblemen. Veel ouders hebben vragen over het moeilijk gedrag van hun kinderen, met name druk gedrag en moeilijk te sturen. Kinderen zitten nog steeds meer thuis omdat er bijv. een kind positief getest is in de klas. De hele klas moet dan in Quarantaine. Ook krijgen we signalen dat er een toename is van scheidingsproblematiek.

Problemen binnen onderwijs en corona :                                  
- We zien een toename van problemen binnen het onderwijs, die vaak ook gerelateerd zijn aan problemen op het vlak van psychosociale ontwikkeling en welbevinden, o.a.:
- Leerlingen die een grote achterstand hebben opgelopen: Hierdoor zijn ze nu gedemotiveerd voor school en het perspectief voor een overgangsbewijs is heel klein. Ook zijn meerdere jongeren gestopt met school ondanks een maatwerkpakket voor hen .
- Toename klachten psychosociaal/welbevinden: Depressieve klachten onder leerlingen, leerlingen die kampen met (sociale) angsten, meer gamen en problemen die te laat worden opgemerkt door minder zicht op de leerling. Dit speelde met name tijdens het thuisonderwijs. Gevolg hiervan is opschaling van, en meer verwijzingen naar hulpverlening, schoolwisselingen en leerlingen die doubleren.
- Minder verbinding door school met ouders van nieuwe kinderen. Door de coronamaatregelen is het opbouwen van contact lastiger. Lijntjes zijn minder kort. Hierdoor is er ander contact met ouders en zicht op kinderen. De problemen die hierbij ontstaan maakt ook dat het sociaal team vaker betrokken worden door school en ouders.
- Door thuisonderwijs is er meer en ander zicht verkregen op thuissituaties. Het digitaal lesgeven geeft ook een ander inkijk in de thuissituatie. Hierdoor zagen leraren ontwikkelingen gebeuren waardoor gezinnen ook door het sociaal team ondersteund werden. Ook kwamen andere gezinnen in beeld dan de gezinnen die over het algemeen als kwetsbaar worden beschouwd. Zo bleken juist de gezinnen met twee werkende ouders en meerdere kinderen die normaal gesproken naar kinderopvang, school en bso gaan het erg moeilijk te hebben in de corona periode. Hierdoor liepen ook juist in dit soort gezinnen de spanningen op.
- Stagnatie sociaal emotionele ontwikkeling: Bepaalde stagnatie in sociaal emotionele ontwikkeling bij kinderen omdat ze niet hebben kunnen oefenen op school. Minder interactie door thuisonderwijs. Dit geldt overigens ook binnen de kinderopvang.

Ontwikkelingen mbt jeugd die niet of minder gerelateerd zijn aan corona:
- Hoogbegaafdheid: Problematiek betreffende hoogbegaafdheid waarbij passend onderwijs en jeugdwet aanvullend zijn op elkaar. Hiervoor is weinig gecontracteerd aanbod.
- We missen aanbod voor 18+ : begeleiding specifiek voor jongeren (18 tot en met 30 jaar) die weinig opleiding hebben, weinig werkervaring, wel een psychische kwetsbaarheid hebben en /of moeilijk lerend zijn. Dit zijn de jongvolwassenen (18-/18+) die schulden hebben, een beperkt netwerk en geen behandeling hebben gehad. Die heel veel nabijheid nodig hebben en eigenlijk bij iedere afspraak en actiepunt iemand naast zich nodig hebben.

Wet woonplaatsbeginsel
Met ingang van 1 januari 2022 wordt het nieuwe woonplaatsbeginsel van kracht. Het huidige
woonplaatsbeginsel in de jeugdwet is gebaseerd op de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Dit betekent dat onze gemeente verantwoordelijk wordt voor een nieuwe populatie jeugdigen en dat tegelijkertijd andere gemeenten verantwoordelijk worden voor een aantal van onze huidige jeugdigen.
Omdat nu nog niet duidelijk is welke jeugdigen van “woonplaats” en dus financieel
verantwoordelijke gemeente veranderen, is het niet mogelijk het financiële effect nu al te berekenen. Het is hierbij van belang te beseffen dat het gaat om jeugdigen in zorg met verblijf
waarbij de kosten per jeugdige op jaarbasis kunnen variëren van € 15.000 (bij pleegzorg) tot
€ 150.000 (bij gesloten jeugdzorg). We moeten dus exact weten welke jeugdigen met welke zorg van woonplaats veranderen om een inschatting van het benodigde zorgbudget te maken. Het Ketenbureau i-sociaal domein biedt ondersteuning bij het in beeld brengen van de huidige populatie en het bepalen van de verantwoordelijke gemeente.
Daarnaast wordt met de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel een compensatie-regeling van kracht voor in principe twee jaar. De compensatieregeling wordt bekostigd uit het
macrobudget Jeugd aangezien het een verdeeltechnisch probleem betreft. De compensatie-regeling geldt voor kinderen die al voor 1 januari 2022 in zorg met verblijf zaten, en waarvan het nieuwe woonplaatsbeginsel op 1 januari 2022 niet tot een herleidbare woonplaats leidt. Voor deze kinderen vergoedt de regeling achteraf het totaal aan kosten die gemaakt worden voor de jeugdzorg- en jeugdhulptrajecten. Hierbij hanteert het rijk een drempel van € 100.000.

Aanpassing regionale verevening
In regionaal verband is afgesproken dat de regionale verevening op enkele onderdelen van de jeugdhulp, namelijk de jeugdhulp met verblijf en landelijk ingekochte specialistische jeugdhulp afgebouwd gaat worden. De doelstelling van deze regeling was de regionale solidariteit. De praktijk wijst echter uit dat deze regeling niet helemaal bracht wat we ermee beoogd hebben. Het is een complexe methodiek, het veronderstelt een beïnvloedbaarheid van jeugdhulp die er niet is en het draagt niet bij aan de solidariteit, wat blijkt uit het feit dat ook kleine gemeenten nadeel kunnen ondervinden van de vereveningssystematiek. Aangezien de regionale solidariteit die we via de vereveningssystematiek tot uitdrukking wilden brengen, in meer onderdelen zit dan enkel in een vereveningssystematiek is regionaal gekozen voor een afbouw naar een afschaffing per 2023.
De afschaffing van de vereveningssystematiek betekent niet dat we concessies willen doen aan de regionale solidariteit binnen het Sociaal Domein. Als regio maken we onderling heldere afspraken hoe we in gezamenlijkheid samenwerken aan de (financiële) opgaven binnen het Sociaal Domein.
De afbouw wordt in 2021 en 2022 als volgt vormgegeven: bij afwijking van meer dan 20% van de gemiddelde kosten van de afgelopen twee jaar voor de onderdelen Jeugdhulp met verblijf
en LTA-zorg, wordt het meerdere verrekend over de zeven gemeenten naar rato van aantal jeugdigen per 1 januari van het betreffende jaar. Met ingang van 2023 stoppen we met verevenen.
De financiële gevolgen van deze afbouw en afschaffing is zeer ongewis. Het hangt namelijk af van zowel de overschrijding die Beuningen op onderdelen wel of niet realiseert als de mate waarin de regio te kampen heeft met overschrijdingen. Daarom kan op dit moment niet vooraf precies aangegeven worden wat de eventuele financiële consequenties zijn.

Tarief verhoging jeugdbescherming
De Jeugdbescherming staat enorm onder druk. Vanuit de Gelderse Verbeteragenda is door de zeven Gelderse jeugdhulpregio’s uitgesproken om te komen tot één uniform tarief. Door middel van één Gelders uniform tarief en contract met bijbehorende basisafspraken en tarieven hopen kinderen en gezinnen beter de beschermen en sneller van passende hulp te voorzien.
Het nieuwe tarief leidt voor Beuningen tot een stijging van ongeveer € 40.000 euro in kosten. De hoogte van het bedrag is gebaseerd op het relatieve aandeel in de totale kosten van de jeugdbescherming en jeugdreclassering in 2021 plus de tariefstijging en indexering. Dit is slechts een begroting; hebben we als gemeente Beuningen in werkelijkheid relatief veel maatregelen op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering, dan leidt dit uiteraard ook tot meer kosten.

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2021 11:38:15 met de export van 11/10/2021 11:25:16